Grenzen aangeven: hoe het jouw leven vormgeeft

Grenzen aangeven: een duidelijke boodschap die zegt, “tot hier en niet verder. Ga je eroverheen, dan zijn er consequenties.” Maar grenzen aangeven begint niet daar, het begint bij iets fundamentelers: ontdekken waar jouw grenzen liggen. Onlangs ontdekte ik hoe het leren herkennen en respecteren van mijn eigen grenzen invloed heeft op zoveel andere gebieden in mijn persoonlijke ontwikkeling.

Laten we beginnen bij het begin. Wanneer we geboren worden, zijn we meesters in het aangeven van onze grenzen. We huilen wanneer we honger hebben, we schreeuwen om vastgehouden te worden, en we klampen ons stevig vast aan mensen om ons veilig te voelen. Als er niet direct gehoor wordt gegeven aan onze oproepen, zetten we er een tandje bij. We weten precies wat we willen en doen alles om dat duidelijk te maken. Of als iets ons niet bevalt, laten we dat zonder aarzeling zien. Zonder angst voor wat onze opvoeders daarvan vinden. Maar ergens onderweg raken velen van ons deze krachtige eigenschap vaak kwijt. Hoe ouder we worden, hoe vaker onze behoeftes genegeerd worden. En hoe vaker dat gebeurt, hoe meer we de neiging krijgen om onze wensen en grenzen maar voor ons te houden. Met alle gevolgen van dien. Niet alleen raken we hierdoor steeds verder verwijderd van onze eigen behoeftes, maar we verliezen ook langzaam waardevolle vaardigheden, zoals assertiviteit en zelfvertrouwen. Tegelijkertijd ontwikkelen we onbewust gewoontes die ons belemmeren, zoals pleasen, vermijden of het onderdrukken van emoties.

De Gevaren van Gebrek aan Grenzen

Denk daar maar eens over na. Laten we daten als voorbeeld nemen—het voelt in 2025 immers als een van de meest frustrerende onderwerpen als je vrijgezel bent. Je ontmoet eindelijk iemand leuks en, na talloze pogingen, kom je door die eindeloze datefase heen. Jullie hebben het fijn samen, dat zeker. Je bent zo blij dat het eindelijk gelukt is, en je doet er alles aan om het vast te houden. Om het niet kwijt te raken. In de praktijk betekent dit dat je je steeds meer aanpast. Je neemt bijvoorbeeld de levensstijl van de ander over, want je wilt tijd samen doorbrengen. Als dat betekent dat je moet inleveren, doe je dat zonder aarzeling. Wanneer die persoon iets zegt dat je eigenlijk niet leuk vindt, zwijg je. Sterker nog, het doet je pijn, maar je zegt niets.

Langzaam maar zeker deal je dagelijks met momenten waarop je eigenlijk iets anders wilt doen of zeggen, maar je wilt de relatie niet in gevaar brengen. Het wordt een gewoonte. Totdat je uiteindelijk volledig jezelf kwijtraakt. Je verliest niet alleen je eigen levensritme, maar ook je vrijheid, je ambities en je rust—want je bent constant aan het meebewegen. Je wordt minder zelfstandig en durft je nauwelijks meer uit te spreken. Ook kan je veel boosheid of verdriet ervaren. Allemaal doordat je constant onderdrukt wat je nou echt zou willen. Je schenkt geen aandacht meer aan jezelf en al die dromen en wensen die je ooit voor je eigen leven had.

De verborgen gevaren van het negeren van je behoeften

Dit is een simpel voorbeeld. Het gaat natuurlijk veel verder. Denk aan mensen in liefdesrelaties die volledig zichzelf verliezen door voortdurend gedrag te accepteren dat zelfs hun gezondheid schaadt. Of kinderen die, uit angst voor hun ouders, niet durven op te komen voor zichzelf en daardoor in situaties terechtkomen die hun gevoel van veiligheid volledig ondermijnen.

Grenzen aangeven helpt niet alleen om ongemakkelijke situaties te vermijden; het voorkomt ook grote negatieve ervaringen in ons leven. Maar het is ontzettend lastig. Als mens hebben we vaak de neiging om gezelschap vast te houden, koste wat het kost. Wanneer onze ouders ons na de onschuldige kinderjaren niet op een gezonde manier leren hoe we onze grenzen moeten aangeven, komt die verantwoordelijkheid uiteindelijk bij onszelf te liggen. Met ‘aanleren’ bedoel ik vooral het goede voorbeeld geven. Daar begint het mee. Het is de beste manier van leren die je een kind kunt bieden. Kinderen zijn apen en kopiëren met name het gedrag van hun opvoeders. Ook nemen ze de ervaringen uit hun jeugd met zich mee als het gaat om het aangeven van grenzen in hun volwassen leven.

Stel je voor: een kind groeit op in een omgeving waarin ouders vaak schreeuwen. Het kind schreeuwt terug, omdat papa en mama dat ook tegen elkaar doen. Voor het kind is dat een manier om te zeggen: “Ik vind dit niet fijn.” Maar als het schreeuwen steeds doorgaat en het kind geen gehoor krijgt, ontstaan er andere patronen. Misschien geeft het kind op en internaliseert het de frustraties, waardoor het gevecht zich in de eigen gedachten afspeelt. Of het zoekt externe manieren om de frustraties te uiten. Dit patroon kan doorzetten naar de tienerjaren en volwassenheid en ernstige mentale problemen veroorzaken.

De weg naar zelfontdekking en gezonde grenzen

Ik begon mijn verhaal met het idee dat grenzen aangeven vele vlakken van onze ontwikkeling beïnvloedt. Daar ga ik: zelfliefde, eigenwaarde, zelfvertrouwen, communicatievaardigheden—en de lijst gaat verder. Al deze principes hangen met elkaar samen, maar naar mijn mening begint het bij één fundamenteel punt: weten waar je grenzen liggen. Wat brengt je positieve ervaringen en wat niet?

Dat is het proces waar ik nu middenin zit. In een volgend deel vertel ik snel meer over…Voor nu, dankjewel voor het lezen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *